Khmer Rouge-troepen veroveren Phnom Penh en regeringstroepen geven zich over. De oorlog tussen regeringstroepen en de communistische opstandelingen woedde sinds maart 1970, toen luitenant-generaal Lon Nol Prins Norodom Sihanouk in een bloedeloze staatsgreep had verdreven en de oprichting van de Khmer-Republiek had uitgeroepen.
Tussen 1970 en 1975 streden Lon Nol en zijn leger, de Forces Armees Nationale Khmer (FANK), met Amerikaanse steun en militaire hulp, de communistische Khmer Rouge om de controle over Cambodja. Tijdens de vijf jaar van bittere gevechten stierf ongeveer 10 procent van de 7 miljoen mensen in Cambodja. Toen de Amerikaanse troepen in 1973 uit Zuid-Vietnam vertrokken, bevonden zowel de Cambodjanen als de Zuid-Vietnamezen zich alleen tegen de communisten. Zonder Amerikaanse steun vochten de strijdkrachten van Lon Nol door, maar zwichtten uiteindelijk voor de Rode Khmer. Met de overgave evacueerde de zegevierende Khmer Rouge Phnom Penh en begon hij de Cambodjaanse samenleving opnieuw te ordenen. Dit resulteerde in een moordpartij en de beruchte 'moordvelden'. Uiteindelijk werden honderdduizenden Cambodjanen vermoord of stierven aan uitputting, honger en ziekte.