Het onbemande ruimteschip Zeeman 4 passeert Mars op een hoogte van 6000 voet en keert terug naar de aarde de eerste close-upbeelden van de rode planeet.
Gelanceerd in november 1964, Zeeman 4 droeg een televisiecamera en zes andere wetenschappelijke instrumenten om Mars en interplanetaire ruimte binnen het zonnestelsel te bestuderen. Toen ze op 14 juli 1965 Mars bereikten, begon het ruimtevaartuig televisiebeelden van de planeet terug te nemen net na middernacht op 15 juli. De foto's rond 22 onthulden een enorme, dorre woestenij van kraters en roestkleurig zand, negerend 19- eeuw vermoedens dat er een geavanceerde beschaving op de planeet zou kunnen bestaan. De kanalen die de Amerikaanse astronoom Percival Lowell in 1890 met zijn telescoop bespioneerde, bleken een optische illusie te zijn, maar oude natuurlijke waterwegen leken wel duidelijk in sommige delen van de planeet.
Eens voorbij Mars, Zeeman 4 reisde verder naar de andere kant van de zon voordat hij terugkeerde naar de omgeving van de aarde in 1967. Tegen die tijd was de communicatie met het ruimtevaartuig in december 1967 beëindigd.