In een evenement dat de geboorte van het moderne Japan inluidt, komen patriottische samoerai uit de afgelegen gebieden van Japan samen met anti-shogunate edelen bij het herstel van de keizer na 700 jaar aan de macht. De aanleiding voor de coup was een angst van veel Japanners dat de feodale leiders van het land slecht waren uitgerust om de dreiging van buitenlandse overheersing te weerstaan. Kort na het grijpen van de macht, verhuisden de jonge keizer Meiji en zijn ministers het koninklijk hof van Kyoto naar Tokio, ontmantelden het feodalisme en voerden wijdverspreide hervormingen door naar westerse modellen. De nieuw verenigde Japanse regering ging ook op weg naar snelle industrialisatie en militarisering en bouwde Japan uit tot een grote wereldmacht tegen het begin van de 20e eeuw.