Op deze dag komen Sovjet-troepen Auschwitz, Polen binnen, waarbij ze de overlevenden van het netwerk van concentratiekampen bevrijden en eindelijk de diepte van de gruwelen onthullen die daar zijn begaan.
Auschwitz was echt een groep kampen, I, II en III genoemd. Er waren ook 40 kleinere "satelliet" kampen. Het was in Auschwitz II, in Birkenau, opgericht in oktober 1941, dat de SS een complex, monsterlijk georkestreerd dodengebied creëerde: 300 gevangenisbarakken; vier 'badhuizen' waarin gevangenen werden vergast; lijkkelders; en crematieovens. Duizenden gevangenen werden ook gebruikt voor medische experimenten onder toezicht en uitgevoerd door de kamparts, Josef Mengele, de 'Engel des Doods'.
Het Rode Leger was sinds half januari dieper in Polen opgekomen. Na de bevrijding van Warschau en Krakau, gingen Sovjet-troepen op weg naar Auschwitz. In afwachting van de komst van de Sovjet-Unie begon de Duitse Gestapo een moordpartij in de kampen, waarbij zieke gevangenen werden neergeschoten en crematoria werden opgeblazen in een wanhopige poging om het bewijs van hun misdaden te vernietigen. Toen het Rode Leger eindelijk doorbrak, troffen Sovjet-soldaten 648 lijken en meer dan 7.000 overlevenden van het kamp. Er waren ook zes pakhuizen gevuld met letterlijk honderdduizenden damesjurken, herenpakken en schoenen die de Duitsers geen tijd hadden om te verbranden.