In de Rajasthan-woestijn in de gemeente Pokhran ontploft India met succes zijn eerste kernwapen, een splijtingsbom vergelijkbaar in explosieve kracht als de Amerikaanse atoombom op Hiroshima, Japan. De test viel op de traditionele verjaardag van de verlichting van de Boeddha en de Indiase premier Indira Gandhi ontving de 'Boeddha heeft gelachen' van de uitbundige testsite-wetenschappers na de ontploffing. De test, waardoor India de zesde kernenergie ter wereld werd, brak het nucleaire monopolie van de vijf leden van de VN-Veiligheidsraad in de Verenigde Staten, de Sovjetunie, Groot-Brittannië, China en Frankrijk.
India, dat te kampen had met aanhoudende grensgeschillen met China, weigerde in 1968 het nucleaire non-proliferatieverdrag te ondertekenen. Uit angst voor een tweede oorlog met China en een vierde oorlog met Pakistan streefde India actief naar de ontwikkeling van een nucleair afschrikmiddel in de vroege jaren zeventig. De succesvolle ontploffing van zijn eerste bom op 18 mei 1974, leidde tot een uitgebreide wapenwedloop met Pakistan die geen verdere nucleaire tests zag, maar de ontwikkeling van dodelijke ballistische raketten op middellange en lange afstand door beide landen. Op 11 mei 1998 hervatte India nucleaire testen, wat leidde tot internationale verontwaardiging en de ontploffing van Pakistan van zijn eerste nucleaire bom later in de maand.