Tijdens een topbijeenkomst in Wenen ondertekenen president Jimmy Carter en Sovjetleider Leonid Brezhnev de SALT-II-overeenkomst over beperkingen en richtlijnen voor kernwapens. Het verdrag, dat nooit formeel in werking trad, bleek een van de meest controversiële VS-Sovjet-overeenkomsten van de Koude Oorlog te zijn.
De SALT-II-overeenkomst was het resultaat van veel zeurende problemen die overblijven van het succesvolle SALT-I-verdrag van 1972. Hoewel het Verdrag van 1972 een breed scala aan kernwapens beperkte, bleven veel problemen onopgelost. De besprekingen tussen de Verenigde Staten en de Sovjetunie begonnen vrijwel onmiddellijk nadat SALT-I in 1972 door beide naties was geratificeerd. Die gesprekken hebben echter geen nieuwe doorbraken opgeleverd. In 1979 wilden zowel de Verenigde Staten als de Sovjetunie het proces nieuw leven inblazen. Voor de Verenigde Staten was de angst dat de Sovjets vooruit sprongen in de wapenwedloop de belangrijkste motivator. Voor de Sovjetunie was de steeds hechter wordende relatie tussen Amerika en communistisch China een reden tot groeiende bezorgdheid.
In juni 1979 ontmoetten Carter en Brezhnev elkaar in Wenen en tekenden de SALT-II-overeenkomst. Het verdrag legde in principe numerieke gelijkheid tussen de twee landen vast in termen van systemen voor de levering van kernwapens. Het beperkte ook het aantal MIRV-raketten (raketten met meerdere, onafhankelijke kernkoppen). In werkelijkheid heeft het verdrag weinig of niets gedaan om de wapenwedloop te stoppen of zelfs aanzienlijk te vertragen. Desondanks stuitte het op niet aflatende kritiek in de Verenigde Staten. Het verdrag werd aan de kaak gesteld als een "uitverkoop" aan de Sovjets, waardoor Amerika vrijwel weerloos zou blijven tegen een hele reeks nieuwe wapens die niet in de overeenkomst worden genoemd. Zelfs voorstanders van wapenbeheersing waren minder dan enthousiast over het verdrag, omdat het weinig deed om wapens daadwerkelijk te beheersen.
Het debat over SALT-II in het Amerikaanse congres bleef maandenlang doorgaan. In december 1979 lanceerden de Sovjets echter een invasie in Afghanistan. De Sovjetaanval doodde effectief elke kans dat SALT-II zou worden doorgegeven, en Carter verzekerde dit door het verdrag in januari 1980 uit de Senaat terug te trekken. SALT-II bleef dus ondertekend, maar niet geratificeerd. In de jaren tachtig kwamen beide landen overeen de overeenkomst te respecteren totdat nieuwe wapenonderhandelingen konden plaatsvinden.