De gevierde sopraan Maria Callas sterft op 53-jarige leeftijd in Parijs.
Callas werd in 1923 in New York City geboren en was een Griekse immigrant. Ze toonde haar talent voor zingen op jonge leeftijd. Toen ze 13 was, ging ze naar Athene om te studeren onder de bekende sopraan Elvira de Hidalgo. Haar eerste grote operatieve rol kwam in 1947, toen ze verscheen La Gioconda in Verona. Geprezen om een krachtige sopraanstem die zich leende voor de moeilijke coloraturarollen, verscheen ze al snel in operahuizen over de hele wereld. Haar talenten maakten de heropleving mogelijk van 19e-eeuwse belcanto-werken van Bellini en anderen die al tientallen jaren niet waren uitgevoerd. In 1954 maakte de 'Divine Callas' haar Amerikaanse debuut in Chicago in de titelrol van Norma, een uitvoering die ze herhaalde voor een recordpubliek in de Metropolitan Opera van New York City.
Callas 'stormachtige persoonlijke leven werd nauwlettend in de gaten gehouden en overdreven door de pers, net als haar professionele walkouts en tiffs met rivalen. De diva scheidde haar man van vele jaren nadat hij betrokken was geraakt bij de Griekse scheepsmagnaat Aristoteles Onassis, maar hij verliet haar later toen hij verliefd werd op de weduwe Jackie Kennedy. In de jaren zeventig liep de carrière van Callas snel terug en stierf ze in 1977.